We zitten in een lastige periode waar je huis niet alleen de plek is waar je kookt en slaapt, maar ook waar je de vakantie doorbrengt en voor de meeste naar ‘kantoor’ gaat. De veilige haven om je terug te trekken uit de buitenwereld is nu je buitenwereld. Mocht je ooit willen weten hoe een rups zich voelt voordat hij een vlinder wordt. Het zal zoiets zijn als nu. Wat ik het meeste mis, naast veelvuldig afspreken met familie en vrienden, is het reizen. Niet dat ik altijd de wereld rond vloog maar in deze tijd denk ik vaak terug aan vakanties en uitstapjes die ik heb gemaakt. Er is één land, één stad waar ik het meest ben geweest. Londen. En daar heb ik bijzonder veel herinneringen aan overgehouden.
Ik kan moeilijk uitleggen wat ik zo fijn vind aan de stad. Eigenlijk heb ik altijd wel een zwak voor het land gehad. De humor, de cultuur en de accenten. Je kan mij niet vaak genoeg daar naar toe sturen met het vliegtuig. De eerste keer dat ik naar Londen ging was nog op de middelbare school waar we met de Stena Line de overtocht maakten. Een bijzondere ervaring voor een jonge gast zoals ik. Ik moet nog lachen als ik terug denk aan de gestreste leraren omdat er een groep van 30 leerlingen midden in de spits een overvolle metro in gestuurd werden. En nee, we kwamen niet allemaal aan op de juiste halte. Ik had daar geen moeite mee want de metro in Londen had ik heel snel onder de duim. Je kon mij overal heen sturen want ik wist wel hoe de kleuren in elkaar staken. Dat bleek ook jaren later toen ik met mijn broer de stad bezocht.
“Jaren terug kon je namelijk nog voor drie lolly’s en een Bounty het vliegtuig pakken naar mijn favoriete stad”
Vanwege het vijfjarig jubileum bij het werk van mijn broer konden we met een bepaald budget een paar dagen weg. Hij kon voor een prikkie een luxe hotel boeken in een van de duurste wijken van Londen. Dus gingen we samen op een doordeweekse dag vanuit Eindhoven naar Londen. Jaren terug kon je namelijk nog voor drie lolly’s en een Bounty het vliegtuig pakken naar mijn favoriete stad. Het was veel goedkoper dan dat je vanuit Schiphol vloog. Echter kon je wel aan alles merken dat je voor low-budget de overtocht ging maken. Je vloog op het meeste afgelegen vliegveld van Londen en je kwam alleen in de stad als je nog een extra trein nam voor nog eens 50 pond. De stewardessen zagen er uit als Russische kogelstoters en plaats nemen op je stoel kon alleen als je half zijwaarts je benen optrok en jezelf liet vallen. Als je geluk had zat je met je kont op de zitting en raakte je voeten de grond. Als je pech had zat je in de knoop en moest je hopen dat de kramp niet in je spieren schiet. Je kent toch wel die veiligheidsinstructies aan het begin van je vlucht. Als het vliegtuig een noodlanding moet maken, plaats je de ellebogen op je benen en je hoofd tussen je armen. Bij Ryanair zat je vanaf minuut één al in die positie vanwege het gebrek aan ruimte. Maar goed, we gingen voor een prikkie naar Engeland dus klagen mochten we niet.
Vijf jaar later had mijn broer zijn tien-jarig jubileum en deden we het nog eens dunnetjes over. Maar met de ervaring die wij hadden vlogen we nu wel gewoon vanaf Schiphol. Dan maar wat duurder maar dan heb je in ieder geval wel wat. Echter met EasyJet is het niet veel beter. Je gate zit dichter bij Eindhoven Airport dan de centrale hal van Schiphol. En als je dan eindelijk bij je gate bent kun je nog de trap nemen naar beneden en gewoon zelf lopen naar het vliegtuig die ergens bij Purmerend geparkeerd staat. Het is en blijft een budget maatschappij maar we vlogen wel gewoon een echt groot vliegveld, London Heathrow.
“Met een bloedgang reden we over de snelweg en stadswegen naar het centrum. Bumper klevend en slingerend was ik in gedachten mijn afscheidsbrief al aan het schrijven”
Eenmaal aangekomen hadden we een speciale transfer naar de binnenstad geregeld, de EasyBus. Want ja, als je met EasyJet vliegt kunt je net zo goed de EasyBus nemen naar het centrum. Denk aan een lange touringcar met zachte stoelen en een groot laadruimte voor alle koffers. Nou, dat was het niet. Bij de halte kwam een soort PostNL busje voorrijden met daarin plek voor negen personen. En laadruimte was er niet want je koffer moest op je schoot of in dat ene rekje die het busje rijk was. En achter het stuur zat een suïcidale Indiër. Met een bloedgang reden we over de snelweg en stadswegen naar het centrum. Bumper klevend en slingerend was ik in gedachten mijn afscheidsbrief al aan het schrijven. Vanaf het begin tot de eindhalte heeft hij al spookrijdend het verkeer omzeild. Of nou ja spookrijdend, ik geloof dat het daar normaal is om aan die kant te rijden. Eenmaal uitgestapt moesten we toch even een moment bijkomen en realiseren dat we nog in leven waren. De ontspanning kon beginnen. Maar eerst het hotel vinden.
Nadat we hadden ingecheckt kwamen we bij onze kamer. Het viel ons al op dat de aardige mevrouw bij de receptie aangaf dat we in de lift op -1 moesten drukken. Maar toen we de deur van onze kamer open deden begrepen we pas echt dat we onder straat niveau sliepen. En het uitzicht van de kamer was fantastisch. Tussen het raam en het trottoir zat ongeveer een meter aan loze ruimte dus zagen we wel daglicht maar was het zicht verder beperkt tot beton en stenen. Aangezien we er toch praktisch gratis zouden verblijven kon het ons niet zoveel schelen. We gingen de deur uit om te zoeken naar een stevige avondmaaltijd. Na twee keer rechtsaf te hebben geslagen liepen we langs de KFC. Waarom zou je op de aankomstdag lang zoeken naar een lekker restaurant als het ook makkelijk kan. We gingen ieder voor zich bestellen dus nam ik geduldig plaats achter mijn broer.
Nu is de combinatie van de Engelse taalvaardigheid van mijn broer én het accent van het personeel achter de balie erg gevaarlijk gebleken. Mijn broer bestelde wat vanaf het bord, de vrouw mompelde wat vragen, mijn broer gaf mompelend antwoord en de boel werd in gang gezet. Ik moest meteen denken aan een vergelijkbaar moment jaren eerder in Maastricht. Daar sliepen wij in een hotel in verband met een beurs en wilde wij graag de bus pakken naar het centrum. Eenmaal ingestapt vroegen wij aan de buschauffeur of deze lijn naar het centrum ging. Volledig met Maastrichts accent gaf hij netjes antwoord. We begrepen er geen woord van en besloten maar te gaan zitten. Na 10 minuten hadden we wel door dat we in de verkeerde bus zaten. We reden door de ene woonwijk na de andere en er was niets van een bruisend centrum te bekennen. De bus heeft zelfs minuten lang stil gestaan bij een rusthalte waar de buschauffeur nog is uitgestapt voor een sigaretje. Daarna reed de bus weer terug, kwamen we weer langs ons hotel en waren we een paar minuten daarna midden in het centrum. Achteraf konden we dus wel inschatten dat het antwoord van de buschauffeur iets was in de trant van: “Je kan beter de halte aan de overkant pakken want deze bus gaat eerst nog half Maastricht door voordat hij weer terug hier is en naar het centrum gaat”. Die vreemde blik in ons ogen hadden wij ook toen mijn broer bij de KFC in Londen zijn bestelling had geplaatst.
“Met doorzettingsvermogen en een goede eetlust zijn we uiteindelijk nog best ver gekomen met ons bescheiden diner”
Na een aantal minuten wachten had ik in ieder geval al wel door dat mijn bestelling meer nodig was. De bestelling van mijn lieve broer werd namelijk voor zijn neus op twee dienbladen samen gesteld. Blijkbaar had hij voor een half Engels dorp aan eten besteld. Er kwamen vier grote bakjes friet, twee PET-flessen Pepsi cola, een soort speciekuip gevuld met kip, salade, mais en een half gekapt bos aan servetjes. Nee, ik denk dat we hier wel genoeg aan hadden. Vol verwarring nemen we plaats in het restaurant en zien wij in onze ooghoek een Engels gezin van vier een vergelijkbaar menu wegproppen. Met doorzettingsvermogen en een goede eetlust zijn we uiteindelijk nog best ver gekomen met ons bescheiden diner. Maar tot op de dag van vandaag worden we beide nog een beetje misselijk als we het KFC logo langs zien komen.
Als cadeau vanwege het tien-jarig jubileum van mijn broer kreeg hij een soort krediet van zijn werkgever. Met deze punten kon je binnen het keten waar hij werkte alles eten, drinken en doen wat je wilde. Al snel hadden wij door dat die punten niet op te krijgen waren. Want elk punt stond voor één pond. Maar van alles wat hij bestelde ging ook nog eens personeelskorting af. Dus wat doe je dan als een echte Hollander betaamd. Je haalt alles uit de kast. We hebben er uitgebreid gedineerd en elke avond namen wij plaats in de bar voor een paar heerlijke cocktails en champagne. We hebben zelfs voor het eerst roomservice besteld. Of in ons geval heette dat kelder-service denk ik. Ja lieve mensen, we hebben het personeel van het hotel in de late uurtjes laten komen voor twee biertjes en twee panini brie. Honger dat wij hadden na al die cocktails.
Op de dag dat wij vertrokken zaten we weer in de bar, dit keer aan de Whiskey en in mijn geval een handvol zoute pinda’s. Ik was namelijk niet zo’n fan van deze Whiskey dus ging na elke slok een handje pinda’s er achteraan. Om de smaak weg te eten zeg maar. Nadat we alle kaarten getrokken hadden en we gingen uitchecken bleken we toch bij te moeten betalen. Zweethanden en klotsende oksels als gevolg. Als een flits schiet alles wat we in die paar dagen hadden gedaan door je hoofd. Het gesprek met het thuisfront over de Britse schulden die we hadden gemaakt, de jarenlange afbetalingsregelingen, de stress was groot. Uiteindelijk moesten we maar een paar penny afrekenen. Een zucht van opluchting kwam en we haasten ons naar de metro. We moesten namelijk nog met de EasyBus naar het vliegveld…
Wat een heerlijke stad blijft Londen toch. Maar ook andere bestemmingen staan nog diep in het geheugen geschreven. Nu we allemaal beperkter zijn in ons doen en laten kun je met die herinneringen nog veel plezier beleven. We zijn allemaal nog een rups die vast zit aan zijn plek maar er komt een moment dat alles weer mag. Dan zijn wij vlinders, slaan we onze vleugels uit en vliegen we weer naar familie, vrienden en de leukste en mooiste vakantiebestemmingen om nieuwe herinneringen te maken.