Eens in de zoveel tijd heb ik mannendag. Dat is niet zo’n dag dat je met vijf vol testosteron geschoten volwassen mannen staat te schreeuwen in een voetbalstadion. Of dat ik sta op te scheppen over wat er onder de motorkap zit terwijl er een potje poker gespeeld wordt met een glas whiskey in mijn hand. Nee, tijdens mannendag zit ik in een speelhal of deel ik een appeltaartje met de kleine directeur. Mannendag is onze dag.
Als de vrouw van huis is dansen de mannen op tafel. Voorheen zei je tegen iedereen dat het Papadag was maar de georganiseerde moedermaffia vindt daar wat van. Het is namelijk elke dag Papadag. En ze hebben gelijk ook. Ik wordt nog elke dag herinnerd aan het feit dat ik een papa ben. Dus heb ik het, als zijn moeder weer te werk gaat, omgedoopt tot mannendag. Dat klinkt ook meteen een stuk beter toch? Mannendag is de dag dat ik alleen met mijn zoon op pad ga. De auto in en de zon tegemoet rijden. Daar heen gaan waar het leuk is of waar wij het even leuk gaan maken. Regelmatig dronk ik een flat white met een vers gebakken appeltaart on the side met mijn eigen zoon, ook on the side. En natuurlijk kreeg hij ook een hapje van papa. Heerlijk was het en keek altijd uit naar een nieuwe mannendag.
Nu de kleine Smurf meer op Grote Smurf begint te lijken, begint ook Mannendag te veranderen. In plaats van een vers gezet bakje kwaliteit bonenkoffie drink ik nu automaten koffie. En de omgeving is niet meer onze vaste koffietent maar een met gillende kinderen gevulde stalen loods dat onder de naam Ballorig bekend staat. En dat is prima. Helemaal goed. Als de kinderen het maar leuk hebben hoor ik iedereen zeggen. Inmiddels hebben we een jaarabonnement en gaan we regelmatig apenkooien in die sfeerloze loods. Gelukkig heeft papa ook nog wat te zien daar want de taferelen die zich daar allemaal afspelen kun je zo in een 300 pagina tellend boek gooien.
“Daar liep ik dan. Met mijn bijna één meter negentig lengte en ruim negentig kilo aan gewicht door een of ander schuimrubberen doolhof te kruipen.”
Terwijl ik daar rustig mijn kopje waterige vloeistof drink, wat koffie zou moeten zijn, speelt mijn kleine jongen rustig in een hoek met wat gekleurde ballen. Het is rustig in de hal. Geen geschreeuw en rond vliegende billendoekjes. Natuurlijk was ik weer veel te vroeg en schrokken zelfs beide medewerkers van de deur die ik zojuist open trok om naar binnen te gaan. Die hut was al een vol kwartier open maar er was nog geen kip te bekennen. Heerlijk dacht ik. Maar eenmaal gesetteld vond mijn zoon er al snel geen reet meer aan en moest papa maar de weide wereld in om samen te spelen. Daar liep ik dan. Met mijn bijna één meter negentig lengte en ruim negentig kilo aan gewicht door een of ander schuimrubberen doolhof te kruipen. Ik heb mijzelf ik hoekjes laten zakken waarvan ik dacht dat de brandweer nodig zou zijn om mij daar uit te helpen. Terwijl ik tijgerend door veel te krappe openingen ging, liep mijn zoon gewoon rechtop om mij heen. ‘Ik wordt hier te oud voor’ dacht ik nog. En ja, dat ben ik eigenlijk ook wel. Er hangt niet voor niets een bord bij de ingang van dit speeldoolhof met een leeftijdsindicatie. Maar wat moet ik dan? Er was geen kind te bekennen!
Nadat ik eindelijk mijzelf uit het doolhof had gewerkt kwamen er meer kindjes binnen. Je zag aan de blikken van de ouders, opa’s en oma’s dat ze een lange ochtend hebben gehad en toe waren aan wat rust. Ik denk dan meteen wat doe je hier als je rust zoekt. Dit is een stalen hel met een overijverige airco. Luid, hysterisch en kouder dan je koelkast. Je kunt beter naar een massagesalon of Finse sauna. Maar ja, waar laat je die kinderen dan weer. Ik dwaal weer af. Eenmaal wat speelkameraadjes gevonden te hebben had ik geen kind meer aan mijn zoon. Heerlijk en ik keek dan ook ontspannen om mij heen. Stiekem moest ik een beetje lachen wanneer een oud opaatje meegetrokken werd naar diezelfde doolhof waar ik net uit ontsnapt was. Ik had hem natuurlijk kunnen waarschuwen maar vond de situatie te grappig om af te kappen. Ik was wel benieuwd hoe de opa van begin zeventig zich daar uit ging redden. Het leek wel een auditie filmpje voor de Special Forces waarbij een oude commandant wel even ging laten zien hoe het moet. Nou spoiler alert, hij kon het niet meer.
Nadat hij zich op een springkussen had gewerkt kreeg hij direct een goede rechtse stoot van een opgeblazen pilaar. Geheel toevallig stond er een klein jongetje bij die ontdekt had dat als je die pilaar zachtjes naar rechts duwt, hij met mach 5 naar links vliegt en alles omver werpt wat in de buurt staat. Dus ook opa moest het ontgelden en lag achterover op het springkussen. Alsof je Rico Verhoeven in gevecht ziet met de ongetrainde stagiair van de gym. Of Rico met Badr Hari want die schijnt ook geen deuk meer in een pakje boter te slaan. Afijn, oma in kwestie was inmiddels ook aangekomen en sprak het jongetje streng toe. Ik kan je zeggen, daar zat geen woord Frans bij. Maar goed, dat brutale jongetje bleek dan ook het kleinkind te zijn dus ze zullen wel ervaring hebben. Hij was ook helemaal niet Frans trouwens. Geen idee wat zijn naam was maar dat doet er ook niet toe.
“Met zijn gezicht diep in het rubber, zijn billen omhoog en een kwijl spoor van pak en beet een meter of vier.”
Langzaam begon de hysterie in The Hall of Terror zich te ontwikkelen. Meer kinderen kwamen binnen, begonnen te gillen, rennen, vliegen, duwen, trekken, vallen en huilen. Aangezien Ballorig de akoestiek van een waterput heeft, hoorde je elke schreeuw ook drie keer. Met een kind of twintig voelde het al snel alsof er zestig rondliepen. En toen begonnen de chaotische taferelen. Op een schuimrubberen mat zag je een peuter van twee jaar als een soort rups zich voortduwen. Met zijn gezicht diep in het rubber, zijn billen omhoog en een kwijl spoor van pak en beet een meter of vier. Tergend langzaam bewoog hij zich richting de rand van het gebied zonder enige emotie te tonen. Links achterin zag je een verloren papa zich verdrinken in een ballenbak vol kleuters om te vergeefs te voorkomen dat zijn eigen kind zonder broek aan er vandoor ging. En op het terras probeerde een klein schattig meisje met vlechtjes in het haar uit een flesje Fristi te drinken, maar goot het vol over haar zelf heen. Inclusief rietje die er blijkbaar wel in bleek te zitten. Je kon duidelijk door de blik van haar moeder zien dat ze vergeten was een extra setje kleding mee te nemen en ze net pas tien minuten binnen waren. Ach, je kan niet altijd zes gooien.
Je zult je afvragen hoe het inmiddels met mijn zoon is. Die zat ondertussen in zijn bekende Canon modus. Een soort kopieermachine maar dan met kleine beentjes en rode wangetjes. Zonder dat ik het wist was er een ouder meisje gekomen die het wel leuk vond om hem onder haar hoede te nemen. En alles wat zij deed dat deed mijn zoon ook. Sterker nog alles wat elk willekeurig kindje deed werd per direct gekopieerd. Ik was allang blij dat mijn zoon nog vrolijk, schoon en volledig aangekleed was. En ach, hij had het naar zijn zin. En je weet wat ze zeggen. Als het kind plezier heeft papa dat ook.
Al denk ik nog wel eens terug aan de tijd dat deze dag alleen nog bestond uit een flat white met een appeltaartje op een rustig terras. Tja, mannendag is dan wel anders dan voorheen, ik geniet er vaak nog wel van. Want voor je het weet is hij oud genoeg om mee te gaan naar een voetbalwedstrijd, op te kunnen scheppen over wat er onder de motorkap zit of laat thuis komt na een avondje pokeren. Gelukkig is hij nog maar twee. Naja gelukkig. De twee-is-nee-fase is aangebroken en dat is niet bepaald een mythe. Nee, daar komt binnenkort wel een eigen 300 pagina tellend boek over. Voor nu drink ik mijn koffie, sluit mij af van de herrie om mij heen en kijk trots naar mijn zoon. Mannendag blijft mijn favoriete dag.