Het komt wel eens voor dat ik aan het dagdromen ben. Dan loop ik ergens in een rechte baan vooruit met mijn ogen open terwijl mijn gedachten verder weg zitten. Dan kijk ik wel maar zie ik niks. Ik hoor alles maar luister niet. Het zijn die momenten dat je even vergeet waar je bent en loopt. Maar ook die momenten dat je tegen jezelf praat en zegt “open je ogen en kijk eens waar je nu bent!”
Dat gevoel bekroop mij op de tweede avond van mijn bijzondere reis naar Chicago. Ik was daar samen met mijn collega en nog 4 medereizigers omdat wij namens Weber waren uitgenodigd om Chicago te bezoeken. Wij waren Dealer of the Year geworden en als kolossale kers op de taart werden we vijf dagen volledig in de watten gelegd. De groep bestond uit mijzelf, mijn collega, een dame van Weber Nederland, twee Belgen en hun Belgische Weber vertegenwoordiger. Het was een onvergetelijke en bijzondere ervaring.
Op reis naar Chicago betekend op reis naar Amerika. Je weet wel, daar aan de andere kant van het water. Zo’n afstand houdt in dat de vlucht een behoorlijke zit is. Maar deze jongen had nog nooit meer dan drie uur in een vliegtuig gezeten. Ik was vluchten gewend waarvan de stewardessen lang niet lijken op de dames die samen met Robert ten Brink het ‘All You Need is Love Kerstspecial-dansje’ doen. Ik zat in vluchten waar er nog net genoeg tijd was om langs te komen met een drankje en een wrap die meer leek op een vochtige oranje vaatdoek. Nee deze reis naar the United States of America was andere koek. Negen uur stilzitten in een veel groter vliegtuig met oneindig veel entertainment op de rug van de passagier voor mij. Al snel zag ik dat zelfs de live registratie van een concert van Muse te zien was. Met een druk op de knop vlogen de gitaargeluiden van mijn favoriete band door mijn oordopjes en voor ik het wist was de aftiteling in beeld. De tijd schoot lekker op, dacht ik. Nog 7,5 uur te gaan.
“Terwijl het vliegtuig de tango danste in de dikke mistbanken, gingen in het vliegtuig de lichamen van alle passagiers naar links en rechts alsof Snollebollekes een live concert aan het geven was.”
De laatste 5 minuten van de vlucht waren nogal bewegelijk te noemen. Terwijl het vliegtuig de tango danste in de dikke mistbanken, gingen in het vliegtuig de lichamen van alle passagiers naar links en rechts alsof Snollebollekes een live concert aan het geven was. Maar eenmaal het Amerikaanse asfalt te hebben geraakt kon de Weber Experience beginnen. Onze vaste chauffeur bracht ons naar het centrum van Windy City waar ons hotel te vinden was. De eerste aanraking met gebouwen waarvan de toppen niet meer zichtbaar waren. Een mystieke omgeving waar de bovenste verdiepingen in de mist waren verdwenen.
Alles in deze stad was groot. De gebouwen, het hotel én de enorme Weber bbq die aan de gevel pronkt van het restaurant tegenover het hotel. Dat is de plek waar we een dag later heerlijk gingen lunchen. Mijn verwachtingen van Chicago waren hoog. De werkelijkheid bleek veel mooier te zijn. Mijn hersenen kregen zoveel prikkels te verwerken dat het besef van waar we liepen niet binnen leek te komen.
Ik had mijzelf voorgenomen om, mocht er tijd en ruimte zijn, veel typische Amerikaanse dingen te doen. Diezelfde avond kon er al een afgevinkt worden. Wij zaten namelijk samen met ruim 21.000 Amerikanen in het United Center waar we getuigen waren van een wedstrijd van de Chicago Blackhawks. Mijn kennis over ijshockey is net zo uitgebreid als de verschijnselen van kwantummechanica maar dat mocht de pret niet drukken. Als een volledig ingeburgerde Amerikaan stond ik op bij het volkslied, juichte ik bij elk doelpunt en dronk ik bier uit een vaas. Ik voelde mij nu al thuis. Al kwam dat misschien omdat mijn eerste dollars ingewisseld waren voor een warme sjaal met de twee kleuren én logo’s van de Blackhawks. Deze ging niet meer af.
Eenmaal terug in mijn riante hotelkamer viel ik als een blok in slaap. Noem het de euforie van de 4-2 overwinning of misschien toch de jetlag. Na een heerlijke nachtrust rekte ik mij uit in bed en keek ik op mijn telefoon. Het was drie uur ’s nachts. Blijkbaar had ik iets meer last van het tijdsverschil dan ik had gedacht. Ik sloot mijn ogen en herpakte mijn slaap. Dat riedeltje deed ik nog eens vier keer en uiteindelijk besloot ik om er om zes uur maar uit te gaan. Deze meneer was klaar wakker.
“Thuis heb je in de winter kuilen, in Amerika heb je kraters.”
Na het ontbijt vertrokken we voor een city tour door Chicago. We zagen alle hotspots in een vogelvlucht. De hoge gebouwen, de blues wijk, het huis van Obama, het huis van Ross (Friends) en natuurlijk Wrigley Field, het stadion van de Chicago Cubs. Met de stevige stuurmanskunsten van Pete reden we door de straten. Die overigens opvallend in slechte staat waren. Wij Hollanders zijn trots op onze wegen en klagen steevast over het Belgische asfalt. Nou mensen, het Belgische asfalt is een strak biljartlaken in vergelijking met Amerika. Thuis heb je in de winter kuilen, in Amerika heb je kraters. Maar dat maakt allemaal niets uit als je voor het eerst hier bent. Je rijdt rond alsof je in elke tv-serie of film bent. Alles herken je uit welke scene dan ook.
Voor onze Nederlandse dame van Weber werden de scenes werkelijkheid wanneer we bij de brandweerkazerne aankwamen waar de serie Chicago Fire Department is opgenomen. Als een kind zo blij liep ze met ons mee naar de ingang. Wij waren niet de eerste en zeker niet de laatste die een bezoek brachten aan deze plek. Er worden zelfs rondleidingen gegeven en je kunt er merchandise kopen. Die brandweerlui hebben het goed voor elkaar. Tijdens de rondleiding was er maar een regel. Als het alarm gaat, is de rondleiding afgelopen. Terug in de bus kon de dag van twee reizigers niet meer stuk. Ik had mijn foto’s van Wrigley Field en zij had een t-shirt van Chicago Fire Department. En dit was nog maar dag twee.
Terug bij het hotel ging iedereen een kant op. De een ging een tukje doen, de ander een biertje halen of nog even facetimen met thuis. Maar ik had nog niet genoeg gezien dus ging alleen op pad. De stad verkennen zeg maar. De avond viel in Chicago en de gebouwen en monumenten werden stuk voor stuk adembenemend uitgelicht. Helemaal alleen in zo’n grote stad voelde ik mij heel even Kevin McAllister die in Home Alone een ander vliegtuig dan zijn familie had genomen. Opvallend genoeg kon ik de weg goed vinden in de stad. Alsof ik er eerder was geweest. In het park was een tijdelijke schaatsbaan aangelegd. Het zicht op het ijs, de schaatsende mensen en de skyline op de achtergrond. Dat was het moment dat ik pas besefte waar ik stond en hoe ik daar gekomen ben. Bijna twee hele dagen heeft het geduurd voordat mijn voeten de vaste grond weer aangeraakt hadden.
“De bar was gevuld met rasechte Amerikanen en ja, zes toeristen uit Europa”
Diezelfde avond, eenmaal weer samen bij de groep, gingen we naar een Blues bar in een bekende wijk. We stapten uit onze Uber en keken naar de gevel van de bar. Een groot blauw geschilderde gevel wat verder helemaal pot dicht zat. Er was wel klein uithangbord met daaronder een deur maar meer ook niet. Hier moesten we zijn. Seconden nadat we binnen kwamen zagen we dat dit echt een plek voor locals is. De bar was gevuld met rasechte Amerikanen en ja, zes toeristen uit Europa. Op het podium was een jamsessie aan de gang. Had je de gave om een instrument te bespelen of een steengoede stem? Dan kon je jouw naam op de lijst zetten en wachten tot je geroepen werd. Na elk nummer werd er een of twee bandleden gewisseld. Zo was de samenstelling altijd anders. Behalve de toetsenist. Dit was een dame welke moeilijk te beschrijven is. Zie haar als een typische Amerikaanse huisvrouw met kleurloze kleding en warrig klein krullend haar. Maar haar ogen fonkelden. Ze had de avond van haar leven en raakte elke noot met een onwaarschijnlijke dosis passie. Deze dame vergeet ik nooit meer. Ook de basgitarist niet waarvan zijn lichaam zo groot was dat je alleen op gehoor nog wist dat er een drumstel en drummer aanwezig was. Maar goed, we waren dan ook in Amerika en niet alleen de gebouwen waren groot.
Op de derde dag gingen we het centrum uit en op weg naar de fabriek van Weber. Dé plek waar de barbecues samengesteld en in een doos over de hele wereld verscheept worden. Wat we hier hebben gezien is bizar. Zo groot, zoveel mensen, zoveel handelingen en zoveel barbecues bij elkaar, klaar om bij iemand in de achtertuin of op het balkon te eindigen. Indrukwekkend. Voor de lunch gingen we naar een echte American Diner. Je weet wel, zo’n plek met rode leren banken en verchroomde tafels. Een hamburger van 38.000 calorieën en een kleine Sprite stond op mij te wachten. Deze kon ook van het lijstje afgevinkt worden. Gelukkig konden we alle calorieën er snel aflopen want het was tijd om te shoppen in een echte Mall. Samen gingen we winkeltjes af op zoek naar wat leuks. Met de dame van Weber hebben we maar een codewoord afgesproken mocht een van ons eigenlijk liever alleen op pad verder willen. Want shoppen met twee mannen is toch niet iets waar je op zit te wachten als vrouw. Het enige wat je hoefde te zeggen is ‘appelsap‘ en we gaan ieder een eigen kant op. Gelukkig hebben we het woord niet gebruikt. Echter toen we een dag later met z’n drieën langs de Victoria Secret liepen en mevrouw Weber naar binnen wilden, wisten mijn collega en ik niet hoe snel we ‘appelsap‘ konden zeggen. Het werkte in ieder geval wel. Waar de een de Victoria Secret in liep, gingen wij naar de Disney Store. Niet omdat we daar iets nodig hadden, maar het was de eerste winkel die wij in pure paniek binnen konden stappen.
Het nachtleven in Chicago is wat rustig in januari. Misschien komt het ook omdat deze maand zelfs bij de locals bekend staat als de ‘waarom-zou-je-in-hemelsnaam-naar-buiten-gaan‘-tijd. Maar nadat wij cocktails hadden gedronken op de 96ste verdieping van de Hancock Building belanden we in een pianobar vlak naast ons hotel. Deze bar hadden we de avond ervoor ook al ontdekt maar toen was het nog niet zo druk. Nu was er duidelijk meer volk op de been. Er was in de stad een grote conventie van Amazon en een hoop ICT’ers hadden ook besloten om een avondje te gaan stappen. Het was aandoenlijk om te zien. Een hoopje programmeurs die even een keertje de remmen los konden gooien.
“Hij gooide alle kaarten open en bloot met maar één doel. Deze dame ging hij wel even scoren.”
Onze laatste avond was aangebroken en Team NL, zoals wij ons drieën voor het gemak noemden gingen de reis goed afsluiten. Na een paar verzoekjes konden de voetjes wat meer van de vloer. En al snel had het enige vrouwelijke lid van Team NL wat sjans van een Amerikaan die bij ons bekend stond onder ‘winterjas’. Want waar iedereen smeekte voor een open raam of deur stond deze man met zijn lange winterjas aan op de dansvloer. Hij gooide alle kaarten open en bloot met maar één doel. Deze dame ging hij wel even scoren. Het was behoorlijk amusant om de man met zijn staart tussen de benen af te zien druipen. Snel vloog hij naar buiten. Dat kon gemakkelijk want hij had zijn winterjas nog aan natuurlijk. Lachend liepen wij terug naar het hotel en haalde ik voor de laatste avond de hotelkaart door het slot van mijn deur.
De laatste dag was aangebroken en we gebruikten de vrije tijd om nog wat laatste souvenirs te kopen of om te ruilen. Eenmaal terug bij het hotel stond de taxi al klaar om ons naar het vliegveld te brengen. En niet zomaar een taxi. Nee, wij gingen er uit met een lekker opvallende knal. Een spierwitte limousine stond klaar om ons een waardige terugrit te bieden. Met z’n allen op het zwarte leer met de neon lampen aan reden we de laatste miles over het gehavende asfalt. Weg van de stad, weg van de onvergetelijke ervaring. Waar de vlucht op de heenreis nog zo lang duurde, vloog de terugreis voorbij. Twee keer knipperen met de ogen en we raakten de Hollandse bodem.
Het komt nu wel eens voor dat ik aan het dagdromen ben. Dan loop ik in een rechte baan vooruit met mijn ogen open terwijl mijn gedachten verder weg zitten. Dan ben ik heel eventjes terug in Chicago. Terug op de plek waar ik zoveel heb beleefd dat dit hierboven maar een fractie is. Gelukkig hebben we de foto’s nog. Volgend jaar weer?